Beantwoord door Melanie Metz
Techniek
Hoe weet een navigatiesysteem overal de weg?
Mees, 7
Wil je op bezoek bij je oma in Kudelstaart? Of zoek je je hotel op Bali? Je navigatiesysteem weet de weg. Hoe kan dat?
Over de hele wereld
Navigatie - in je telefoon, of op zo’n apparaat in de auto - werkt met gps, oftewel het Global Positioning System. Dat betekent zoiets als ‘wereldwijd positie-zoeksysteem’.
Dat systeem bestaat uit een stuk of dertig satellieten. Die vliegen in de ruimte, op zo’n 20.000 kilometer hoogte. Ze zenden de hele tijd signalen uit.
Daarbij draaien die gps-satellieten in verschillende banen rond de aarde. Zo komen hun signalen op zoveel mogelijk plekken terecht, over de hele wereld.
Hoe lang?
In je telefoon of navigatie-apparaat zit een ontvanger voor die gps-signalen. Elke satelliet stuurt een iets ander signaal. Daardoor weet de ontvanger precies welke satelliet een bepaald signaal stuurt.
In elke satelliet zit verder een klok. Die vertelt bij elk signaal hoe laat het is verstuurd. Je ontvanger vergelijkt die vertrektijd met de aankomsttijd.
Hoe lang deed het signaal erover? Zo kan de ontvanger berekenen hoe ver hij bij die satelliet vandaan is.
Vier satellieten
Maar: met de afstand tot één gps-satelliet weet je nog niet waar je zelf bent. Daarvoor heb je de signalen van vier satellieten nodig.
Je kunt voor elk van die vier satellieten een rondje tekenen waar hun signalen op de aarde terechtkomen. Is er een plek waar die vier rondjes elkaar kruisen? Daar komen de signalen van alle vier de satellieten bij elkaar. Bingo! Daar sta jij.
Op je telefoon of navigatie-apparaat is een wereldkaart opgeslagen. Daarop zie je waar die vier signalen samenkomen. En dus waar jij bent. In Kudelstaart, op Bali, of waar ook ter wereld.