Waarom vindt iedereen ander eten lekker?

Terwijl de een van macaroni en pannenkoeken houdt, is de ander dol op hutspot en schimmelkaas. Hoe kan dat?

Lekker veel sambal

Je smaakvoorkeur heeft deels te maken met aanleg. Sommige mensen hebben heel gevoelige smaakpapillen in hun tong en kunnen dus extra goed proeven. Ze houden meestal niet zo van sterke smaken en doen bijvoorbeeld extra melk of suiker in de koffie zodat die niet zo bitter is.

Anderen zijn juist minder gevoelig voor smaken. Zij doen lekker veel sambal bij de nasi of scherpe mosterd bij de stamppot.

Minder fijne herinneringen

Wat je lekker vindt hangt ook af van wat je gewend bent en wat je geleerd hebt. Als je als kind altijd aardappels, groente en een stukje vlees at, is de kans groot dat je dat later ook nog lekker vindt. Terwijl kinderen die opgroeien met pittige Indiase gerechten daar waarschijnlijk meer van houden. Hun smaakpapillen zijn aan sterk gekruid eten gewend. En terwijl wij het eten van insecten best raar vinden, doen veel mensen in Azië, Afrika en Latijns-Amerika niet moeilijk over een rupsje, mier of sprinkhaan.

Je kunt je ook voorstellen dat sommige gerechten fijne of juist minder fijne herinneringen oproepen. Wie als kind ‘s zomers drie keer per week sperziebonen uit eigen tuin at - en die ook nog eens zelf moest plukken - zet later vast niet vaak boontjes op tafel.

Smaken verschillen

En dan speelt ook leeftijd nog mee. Kinderen houden erg van zoet. Ook hebben ze vaak gevoeligere smaakpapillen dan volwassenen. Ze moeten meestal niets hebben van bittere smaken, zoals die van pure chocola, thee zonder suiker en spruitjes.

Je smaakvoorkeur wordt bepaald door een mix van dat alles. Geen wonder dat smaken verschillen!