Waarom houden we zo van suiker?

Winegums, cupcakes, chocola... We weten heel goed hoe ongezond dit zoete spul is voor ons lijf, maar toch kunnen we er slecht van afblijven. Waar komt dat door?

Belangrijke brandstof

Suiker - glucose om precies te zijn - is de benzine voor je lichaam. Je spieren hebben die benzine nodig om te kunnen bewegen en je hersenen gebruiken het om na te kunnen denken. Een heel belangrijke brandstof dus.

Omdat suiker zo belangrijk is, heeft het brein van onze verre voorouders zich zo ontwikkeld dat we zoet eten, zoals fruit, heel lekker vinden. Het beloont je zelfs met een lekker gevoel, waardoor de kans groot is dat je er nog meer van gaat eten.

In de oertijd was dat heel handig. Eet je meer suiker dan je nodig hebt, dan zet je lichaam dat namelijk om in vet. Zo hadden die voorouders een energievoorraadje voor in de winter, als er weinig te eten was.

Oeroud systeem

Op dezelfde manier hebben we geleerd dat voedsel met een vieze, bittere of zure smaak betekent dat het onrijp, giftig of rottend is. Daar blijf je dus wel van af. In de oertijd waren dit natuurlijk superhandige trucjes om te overleven.

Tegenwoordig hoef je niet meer op zoek naar zoetigheid in de wildernis. Als je ‘gewoon’ eet, krijg je al genoeg suiker binnen om naar school te gaan, te sporten en goed na te kunnen denken.

Toch zit je nog met dat oeroude beloningssysteem opgescheept en ga je watertanden van al dat lekkers. En daardoor krijg je er al gauw meer van binnen dan goed voor je is.