Waarom heeft bier een schuimkraag maar cola niet?

Als je cola inschenkt, komt er nauwelijks schuim op. Schenk je bier in, dan krijg je wel een schuimkraag. Hoe kan dat?

Bubbels met een laagje

Bierschuim ontstaat vooral door een stofje dat LTP1 heet. Dit eiwit is te vinden in het graan (gerst of tarwe) waarvan bier wordt gebrouwen. Dat eiwit kan niet tegen water. En bier bestaat grotendeels uit… water.

Gelukkig zit er ook koolzuurgas in bier. Schenk je bier in, dan willen de koolzuurbubbels omhoog. LTP1 - dat dus niet van water houdt - klampt zich vast aan die bubbels. Om elke koolzuurbel komt zo een stevige eiwitlaag. Al die bubbels met hun laagjes vormen samen een schuimkraag, boven in het bierglas.

Maar er zijn meer ingrediënten die de schuimkraag helpen. Zoals hop, een plantje dat voor de biersmaak zorgt. Hop is zuur en maakt de eiwitlaag om de bubbels steviger.

Verdwijnend schuim

En cola? Daar zit van alles in. Water, suiker, het opwekkende stofje cafeïne, smaakstoffen zoals vanille... Maar geen eiwitten of hopzuur. Wel koolzuurbubbels.

Als je cola snel inschenkt, willen die bubbels ook omhoog. Ze stapelen zich op. Daardoor krijg je eventjes schuim. Maar: er zit geen stevige eiwitlaag om deze belletjes. Daardoor verdwijnt het colaschuim ook weer snel.