Techniek

Waarom bestaat er geen geurtelevisie?

Kiki, 10

Je ruikt gras, zweet en vuurwerk als je voetbal op een geur-tv kijkt. Natuurfilms en kookprogramma’s zijn al helemaal geweldig. En als je The Lord of the Rings aanzet, zweven de betoverende geuren van het elfenwoud Lothlorien je neus binnen. Ah, waarom bestaan die geur-tv’s nog niet?!

Moleculen printen

Er zijn twee grote problemen met geur-tv’s. Technisch is het heel simpel om elektrische energie om te zetten in lichtstralen en geluid. Dat bewijzen radio’s en gloeilampen. En dat is ook wat tv's al bijna honderd jaar doen.

Maar geur is ingewikkelder. Om iets te ruiken, moeten minuscule geurmoleculen je neus in zweven. Het stofje B-Damascenone bijvoorbeeld, als je een roos wilt ruiken.

Een goede geur-tv moet dus ter plekke moleculen kunnen printen en verspreiden. En zo ver is onze technologie nog lang niet.

Personage in moeras houdt neus dicht

Illustratie: Superjay15/CC BY-NC-ND 3.0 DEED

Het lelijke alternatief is dat je tv wordt omringd door een grote kast vol parfums of geurende gelletjes. Op het juiste moment moet die dan de juiste geur je kant op blazen. Dat is wel erg duur - en ook veel gedoe. Want als een van die geurtjes opraakt, is de ervaring verpest en moet je nieuwe kopen.

Botsende geuren

Maar zelfs als dit allemaal soepel zou werken, bots je tegen een ander probleem aan. In de jaren vijftig zijn in Amerikaanse bioscopen experimenten gedaan met geurende films. Liep de hoofdrolspeler langs een snelweg, dan roken de kijkers uitlaatgassen. Prima. Maar bij de volgende scène in een zwembad hing die geur nog steeds in de zaal. Vermengd met die van chloor. En natuurlijk die van popcorn.

Tegen het einde van de film hing er in de hele zaal een walm van botsende geuren. De kijkers vonden dat heel onprettig en hapten opgelucht naar frisse lucht toen ze de zaal uit liepen.

Geuren laten verschijnen is één ding, ze weer laten verdwijnen is ook lastig. Daardoor zijn geurfilms nooit een succes geworden. En zullen geur-tv’s dat waarschijnlijk ook niet worden.

Beantwoord door Sebastiaan van de Water