Beantwoord door Melanie Metz
Overig
Waarom bestaan er landen?
James, 7
Tijdens het WK is het leuk om voor je eigen land te juichen. Hup Holland hup! Maar voetbal is natuurlijk niet de reden waarom landen zijn ontstaan. Wat wel?
Geen landen
De aller-allereerste mensen leefden niet in een land. Dat waren nomaden. Die trokken rond. Onderweg jaagden ze op dieren en verzamelden ze fruit of noten.
Een paar duizend jaar later merkten mensen dat het toch handiger was om op één plaats te blijven. Dan kon je zelf groenten laten groeien en dieren houden. Zo kreeg je boeren.
Boer wordt koning
Daarbij ontstonden meer verschillen tussen mensen. De ene boer had bijvoorbeeld meer koeien dan de rest. Of hij was sterker. Zo’n rijke of sterke boer werd dan de baas.
Zo ontstonden de eerste koningen en koninginnen. Die kregen de macht over een stuk land en de mensen erin: een koninkrijk.
Genoeg te eten
De eerste grote koninkrijken ontstonden zo’n zesduizend jaar geleden. Zoals Mesopotamië. Dat lag waar nu de landen Irak, Syrië en stukken van Turkije te vinden zijn.
Mesopotamië was zonnig en er waren twee rivieren. Daardoor kon je er goed voedsel verbouwen. Mensen wilden daar graag wonen. Eten genoeg!
Bescherming van de landheer
In ons werelddeel, Europa, ontstonden pas later echte koninkrijken: in de middeleeuwen.
Een middeleeuwse koning had een enorm land dat hij verdeelde. Hij koos landheren om over die stukken koninkrijk te heersen.
De mensen moest op het land werken of vissen. Hun vis of graan gaven ze aan de landheer. Of ze moesten meevechten in het leger van de koning.
In ruil daarvoor beschermde de heer hen tegen rovers. Of tegen legers van andere koningen, die het land probeerden in te pikken.
Fijn om erbij te horen
In de achttiende eeuw waren mensen in Europa de macht van de koningen zat. Ze kwamen in opstand. Daarna kregen veel landen een regering (leiders dus) die de inwoners zelf mochten kiezen.
Mensen leefden toen niet meer alleen in een land voor eten of bescherming. Maar ook omdat ze er graag bij wilden horen.
Veel landen werden toen ‘natiestaten’. Nederland ook. In een natiestaat heb je één regering. De (meeste) mensen spreken er dezelfde taal. En ze hebben dezelfde gewoontes, zoals Sinterklaas vieren. En voetbal kijken!