Hoe worden bakstenen gemaakt?

De meeste huizen zijn gemaakte van bakstenen. Die bruinrode blokken worden, de naam zegt het al, gebakken. Hoe precies?

Plakkerig goedje

Het begint allemaal met klei. Die wordt meestal uit een rivier gehaald, bijvoorbeeld de Waal in Gelderland. De klei wordt met een graafmachine uit de bodem geschept.

In de klei zitten allerlei stoffen: leem (kleine korreltjes), zand (grotere korrels), planten- en dierenrestjes, kalk en ijzer. Daardoor is het een lekker plakkerig goedje. En door het ijzer krijgt de baksteen een mooie rode kleur.

Kneedmachine

De klei gaat in een vrachtwagen naar de steenfabriek die vaak - heel handig! - dicht bij de rivier is gebouwd. Daar wordt de kleidrab schoongemaakt: steentjes worden eruit gezeefd. En een magneet trekt grote stukken ijzer eruit.

De schone klei gaat in een enorme kneedmachine. Er gaat wat warm water bij om het spul soepel te maken. Net brooddeeg!

Zes dagen drogen

Daarna gaat de klei in vormpjes. Bij bakstenen zijn die meestal rechthoekig. Rechthoekige stenen kun je namelijk het beste opstapelen, om er een stevige muur mee te bouwen.

Uit de vormen komen mooie kleiblokjes. Die moeten een dag of zes drogen. Dat doen ze in een oven die niet zo heet is; zo'n 70 graden Celsius.

Superhete oven

Zijn de stenen droog? Dan mogen ze de bakoven in. Die is zo'n 1050 graden Celsius heet. Honderden graden warmer dan de oven bij je thuis dus! Daarin blijven de stenen tussen de vijf of tien dagen liggen bakken.

In die superhete oven smelten de zand- en leemkorrels in de klei. Daardoor zijn de bakstenen, als ze uit de oven komen, kei- en keihard. Ze kunnen nu ook goed tegen water en hitte.

Eerst afkoelen

De verse bakstenen moeten eerst goed afkoelen. Anders brandt de bouwvakker er zijn handen aan. Daarna zijn de bakstenen klaar om er een huis van te bouwen. Of een school. Of, nou ja, verzin het maar.