Hoe kunnen honden zo hard rennen?

Honden zijn niet de snelste dieren op aarde, maar ze rennen wel een stuk harder dan jij en ik. Hun lichaam zit dan ook anders in elkaar dan dat van ons.

Springveer

Het snelste hondenras, de windhond, haalt wel 60 kilometer per uur. Dat is twee keer zo snel als de snelste man ter wereld. Deze dieren hebben een heel lang en slank lichaam, waardoor ze tijdens het rennen weinig last hebben van bijvoorbeeld de wind die tegen hun lijf blaast.

Verder hebben honden krachtigere spieren dan wij. Vooral in hun achterpoten, waardoor ze zich goed kunnen afzetten om vaart te maken.

Ook kunnen ze hun wervelkolom – een soort toren in de rug die uit meerdere ‘blokken’ bestaat – heel goed buigen én weer strekken. De rug werkt zo een beetje als een springveer: bij het strekken schiet de hond naar voren.

Zuurstof

De dieren hebben bovendien best grote longen in verhouding tot hun lichaam. Daardoor kunnen ze tijdens het rennen veel zuurstof opnemen. Zo houden honden het snelle rennen langer vol.

Hun hart helpt hier ook bij. Dit orgaan kan heel veel bloed rondpompen in het lichaam van de hond, en daarbij vervoert het bloed zuurstof. De spieren van een hond gebruiken die om langer te kunnen racen.

Minder snel

Niet alle honden zijn trouwens even snel. Een hondje met kortere pootjes, zoals een teckel, kan wat minder hard rennen. Ook een newfoundlander, een heel grote hond, gaat door zijn hoge gewicht niet al te rap. Een Franse bulldog houdt het niet lang uit, doordat dit dier door zijn korte snuit weinig zuurstof op kan nemen. Maar jij kent vast ook wel iemand die minder snel is dan jij!