Wie heeft de fietspomp uitgevonden?

In bijna elk huis is wel een fietspomp te vinden. Zeker in een fietsland als Nederland. Maar hoe is dat ding eigenlijk uitgevonden?

Houten banden

Moderne fietsen hebben wielen met luchtbanden. Die bestaan uit een soepele binnenband vol lucht en een harde buitenband ter bescherming. Door de binnenband veert de fiets mee met de ondergrond. En door de buitenband gaat zo'n luchtband lang mee. Lekker zacht vanbinnen en lekker stevig vanbuiten dus.

Dat was niet altijd zo. Vroeger hadden fietswielen bijvoorbeeld banden van hout of zelfs van ijzer. Die waren wel stevig, maar veerden totaal niet mee. Als je op zo’n fiets reed, werd je flink door elkaar geschud. Daarom zochten mensen naar andere oplossingen.

Voetbalpomp

Rond 1888 vroeg de Schotse uitvinder John Boyd Dunlop een patent aan op zijn opblaasbare rubberband. (Een patent zorgt ervoor dat anderen je uitvinding niet zomaar mogen namaken.) De band van Dunlop zag er anders uit dan de luchtband van nu, maar hij bestond wel al uit een binnenband en een buitenband.

De fietspomp werd natuurlijk pas uitgevonden ná deze band. Volgens sommige mensen werden de eerste banden van Dunlop nog opgeblazen met een voetbalpomp. Wie daarna als eerste op het idee kwam om een pomp te maken speciaal voor fietsbanden, is helaas niet bekend!