Waarom laten we scheten?

Iedereen – ja ook jij! – laat zo’n tien tot twintig windjes per dag. Ze zijn groot of klein, stinkend of niet-stinkend, knetterend of stil. Eén ding is zeker: ze horen bij gezonde darmen.

Kleine schaartjes

Nadat je hebt gegeten, gaan je maag en darmen aan het werk om dat eten te verteren. Kleine schaartjes – enzymen – knippen het voedsel in heel kleine stukjes. Zo klein dat ze door de darmwand kunnen worden opgenomen in het bloed. Het bloed vervoert deze mini-brokjes naar je organen. Daar worden ze gebruikt als bouwstenen of energiebron.

Leger van bacteriën

Maar sommige delen van ons voedsel kunnen je darmen niet in stukjes knippen. Die komen terecht in je dikke darm. Hier zit een heel legertje bacteriën klaar om zich op die niet-verteerde etensrestjes te storten. Samen maken ze er bruikbare stofjes van. En gassen!

Die gassen komen uiteindelijk als scheet naar buiten. Hoe je eet en wat je eet, bepaalt hoeveel scheten je laat en hoe erg ze stinken.

Daar zit een luchtje aan

Een scheet bestaat bijna helemaal uit de geurloze gassen stikstof, zuurstof, koolzuurgas, waterstof en methaan. Minder dan 1 procent bestaat uit stinkgassen. Dat zijn meestal zwavelverbindingen ('rotte-eieren-lucht') die vrijkomen als bacteriën eiwitten afbreken. Pppfff!