Waarom kan de een sneller rennen dan de ander?

Je hebt vast wel een klasgenootje dat op het schoolplein altijd het snelst kan rennen bij tikkertje. Sommige anderen sjokken steevast achteraan. Waar komt dat verschil vandaan?

Aanleg en techniek

Voor een groot deel heeft dat te maken met aanleg. Oftewel, de talenten en eigenschappen die je bij je geboorte hebt meegekregen. Sommige kinderen hebben bijvoorbeeld van nature sterke spieren, lange benen of een goed gevoel voor balans. Dat helpt ze om sneller te kunnen rennen.

Maar snelheid is meer dan alleen aanleg. Techniek speelt ook een belangrijke rol. Sommige kinderen weten goed hoe ze hun armen en benen moeten gebruiken om nog sneller te gaan!

Je hebt ook kinderen die graag snel wíllen zijn. Dat noemen we wel motivatie. Denk aan dat ene vriendje dat altijd per se moet winnen of indruk wil maken op de anderen. Dat kan hem helpen om net dat beetje sneller te rennen.

Veel rennen

Het goede nieuws is dat extra oefenen helpt. Jongens en meisjes die veel rennen, bijvoorbeeld tijdens handbal- of voetbaltraining, krijgen meer uithoudingsvermogen en een betere techniek. Zo kunnen ze uiteindelijk sneller worden.