Hoe reis je het heelal uit?

Stel, je stapt in een raket en geeft gas. Je houdt het stuur recht, dus je reist alsmaar rechtdoor. Waar kom je dan uit? Kun je het heelal uitreizen?

Plat of rond?

Astronomen denken dat het heelal oneindig groot is. Als je heel diep het heelal in kijkt, staat er nergens een bordje ‘einde van de ruimte’. In plaats daarvan lijkt het maar door en door te gaan. Als dat zo is, kun je het heelal dus niet uit vliegen - hoe snel je ook gaat.

Maar hoe weten we zeker dat het heelal zich eindeloos uitstrekt? Om dat te controleren, kijken wetenschappers naar de vorm van het heelal. Er zijn eigenlijk twee vormen mogelijk: het heelal is plat of het is rond.

Steeds maar rechtdoor

Stel je de ruimte voor als een vel papier. Als het heelal plat is, heb je een vel papier dat zich oneindig ver uitstrekt in alle richtingen. Net alsof je ontelbaar veel A4’tjes naast elkaar hebt gelegd.

Als je op dat vel een speelgoedraket zet en die voortdurend één kant op duwt, zal hij tot het einde der tijden rechtdoor vliegen. Hij komt nooit op dezelfde plek terug.

Stel nu dat de ruimte niet plat is, maar rond. Dat kun je voorstellen als een vel papier dat je over een bal heen legt. Net als wanneer je een ballon beplakt met papier-maché. Als je nu een raketje op het papier zet en dat steeds rechtdoor duwt, komt het op een gegeven moment weer uit bij de plek waar het vertrok!

Nooit eruit, nooit terug

Of het heelal plat of rond is, dat kunnen wetenschappers meten. En het lijkt erop dat optie één klopt: dat het heelal plat is. Daardoor denken wetenschappers dat je het heelal nooit uit reist én nooit terugkomt bij je startplek. In plaats daarvan blijf je alsmaar rechtdoor reizen.